Het Dynamic Host Configuration Protocol wordt gebruikt om hosts automatisch/dynamisch – te configureren. Hierbij krijgen (meestal) de werkstations automatisch een IP-adres, subnetmasker, default-gateway, DNS-serveradres(sen) en andere noodzakelijke informatie toegewezen.
Op de volgende pagina’s worden de volgende onderwerpen behandeld:
- DHCP op een router configureren.
- DHCP op een server binnen Packet Tracer configureren.
- DHCP voor een ander subnet configureren met het commando IP helper-address.